De trektocht van een francofiel
Ik ben verliefd! Verliefd op Frankrijk, hun chauvinisme, hun taal, het afwisselende landschap, de pétanquebanen, de platanen, hun – soms omstreden – gerechten en niet in de laatste plaats… op hun wijn.
Ik begrijp heus wel dat ik – 40 jaar na mijn eerste ontmoeting – een reusachtige roze bril draag. Maar is dat niet juist het mooie van een liefde op afstand? Zonder sleur kan verlangen als een wilde wingerd voortwoekeren.
Mijn liefde gaat best wel ver. Vakantiebestemmingen zijn als vanzelfsprekend. Ik fantaseer over rustieke – door platanen omlijste – slingerwegen langs glooiende wijngaarden en imposante wijnchateaus. En in dat beeld verschijnt dan telkens weer ons campertje om nieuwe wijnladingen in ontvangst te nemen. Maar ik maak nu eenmaal deel uit van een liefhebbend gezin, dus mijn mijmeringen worden regelmatig ruw verstoord door alternatieve vakantievoorstellen. Als toegenegen partner en ouder luister ik naar de – soms overtuigende – argumenten. En af en toe zwicht ik zelfs. Maar zo niet deze zomer!
Deze zomer rijden we een mooie Route des Vins. Dwars door de bakermat van mijn tomeloze liefde. Van de Bourgogne naar de Beaujolais. Via de Languedoc weer omhoog naar Cahors. Om daarna verder te klimmen naar het Loiredal.
druiventaal
Tuffend langs de wijngaarden lijkt ieder druivenras tot leven te komen. De Bourgondische pinot noir kijkt met een ingetogen, maar lichte blik de wijde wereld in, terwijl de chardonnay nog even loom achterover leunt. Alsof die druiven weten van de lange periode op vat die nog komen gaat.
Ietsje zuidelijker in de Beaujolais rekt de vrolijke, frivole gamay zich schalks uit naar de zon, volop bereid iets leuks te maken van het bestaan.
Wat een verschil is dat met de Languedoc, waar juist de stoere grenache en zijn vrienden het beeld bepalen. In deze brute en hete Katharenomgeving zijn de ruwe wijnranken breedgeschouderd en bruinverbrand. Met hun woeste haardos in de krachtige tramontana-wind lijken ze je vanaf hun stenige ondergrond onverschrokken uit te dagen. ‘Met mij valt niet te sollen’, blazen ze je toe.
Bij Cahors ervaren we plots een andere sfeer; de stroeve blik van de malbec is alom aanwezig. Als soldaten in een peloton zo recht, staan de druiven er bijna stuurs bij. Zou het hun naam zijn die verstoort? Volgens Hervé Fabbro van Domaine de Gravalous heeft men vroeger simpelweg de woorden mal en bec samengevoegd, wat zoveel betekent als vieze neus. Doelend op de onaangename geur die de malbecwijn toentertijd had. Allang achterhaald natuurlijk, maar nu wordt de intens donkere wijn ook nog eens Vin Noir genoemd. Ja, daar wordt geen enkele druif vrolijk van, natuurlijk! Geen wonder dat de lokale bevolking liever spreekt over côt of auxerrois als het gaat om hun geliefde druif.
Na al dit geweld is de vriendelijkheid van de frisse, zilte muscadet in de Loire-Atlantique bijna een opluchting. Dit ras doet niet zo moeilijk. Het kan letterlijk vriezen en dooien zonder dat de – van oorsprong geheten – melon de Bourgogne zich druk gaat maken. Wulps rijpt ze nog even op haar eigen droesem na, om zich daarna – liefst begeleid door een goede vriend uit zee – tintelend van opwinding te presenteren.
We rijden nog even snel het Loiredal in om de immer kwieke sauvignon blanc te begroeten. De glooiende wijnvelden zijn er een lust voor het oog en bij vertrek voelt het alsof de sauvignonranken ons stuk voor stuk staan uit te zwaaien. Als vrienden voor het leven!
la langue, la vigne et la chanson
Wijn hoeft echt niet altijd een Franse Appellation te hebben. Mooie exemplaren vind je tegenwoordig tenslotte overal. Maar toch. Nergens anders overkomt mij dezelfde serene rust als daar. Laat mij achter op een Franse wijngaard met een stemmig chansonnetje erbij en ik ben gelukkig. Rationaliteit speelt daarin geen enkele rol van belang. Hoe lekker is het om je af en toe volledig redeloos gepassioneerd te laten meevoeren? Dat is toch voor ieder mens gezond? En misschien worden we daar met zijn allen ook nog wel een beetje toleranter van!