Pinot Gris versus Pinot Grigio

De enkele keer dat ik zonder wijnkaart om Pinot Gris durf te vragen, is steevast de reactie: “Eén Pinot Grigio voor mevrouw!” Toen ik laatst toch echt tegenstribbelde, werd mij subtiel ingefluisterd dat ‘grigio’ Italiaans was voor ‘gris’. Nee joh? Echt?
Nu hoeft Pinot Grigio helemaal niet vies te zijn – ook al zijn ze dat eigenlijk best vaak wel – de stijl van deze wijn heeft toch echt meer weg van Sauvignon Blanc of Verdejo dan van een Elzasser Pinot Gris. Maar hoe komt dat dan eigenlijk?

Toegegeven, pinot gris en pinot grigio zijn oorspronkelijk dezelfde druif, maar verder zijn er bar weinig overeenkomsten tussen de een en de ander. De Franse pinot gris stamt naar alle waarschijnlijkheid af van pinot noir. De druiven zijn dan ook grijzig blauw, maar de schil – die verantwoordelijk is voor de kleur – is zo dun dat de wijn hooguit goudgeel of amberkleurig wordt.
Traditioneel staat pinot gris vooral aangeplant in de Elzas, maar na de Tweede Wereldoorlog werd hij veelvuldig aangeplant in Italië, waar de naam al snel in pinot grigio veranderde. Die nieuwe naam bleek slechts het begin van de eigenzinnige Italiaanse input.
Omdat het ras de beste resultaten levert in koelere klimaten, worden de grigio’s – om de wijn zo fris mogelijk te houden – bij voorkeur al vroeg in het seizoen geoogst. De aroma’s zijn dan nog niet volledig tot ontwikkeling gekomen en ook de smaak is beduidend minder vol dan bij de Elzassers. Daar oogsten ze juist het liefst zo laat mogelijk om de druif alles te laten geven wat hij in huis heeft. Het verschil in type wijn is daardoor veel groter dan alleen de Italiaanse naam doet vermoeden.
De relatief donkergekleurde Pinot Gris uit de Elzas – droog of zoet – is het best te vergelijken met een weelderige, volle Rubensvrouw. Een neus vol trossen edelzoete en rijpe vruchten; perziken, meloen het kan niet op… Lekker lobbig van structuur en smaak en met een afdronk die van geen ophouden weet. De frivole Italiaanse daarentegen is een echte aperitiefwijn, beduidend lichter van kleur én van smaak. Hierin vind je vooral kruidigheid, flarden van citrus en niet meer dan een petieterig zoetje. De meest aantrekkelijke Pinot Grigio’s – met veel kruidigheid en mineraliteit – komen uit Alto Adige (Süd-Tirol). Maar ook uit Lombardije, Veneto en Friuli komen veel – en soms zelfs fraaie – exemplaren.
En dan is er nog een opvallend verschil. Door de plotselinge populariteit van Pinot Grigio in de jaren 90 werd het ras in enorme getale aangeplant, wat de kwaliteit niet bepaald ten goede kwam. Overproductie in combinatie met vroeg oogsten maakt het risico op saaie, karakterloze wijnen groot. Bij Pinot Gris uit het kleinschalige Elzasgebied grijp je minder vaak mis, ook al zijn daar naast de juweeltjes natuurlijk genoeg ruwe bolsters te vinden.

Het ras staat wereldwijd trouwens op nog meer plekken aangeplant dan alleen in de Elzas en Noordoost-Italië. Sowieso al heel lang als Grauburgunder of Ruländer in Duitsland, maar tegenwoordig ook steeds meer in de Nieuwe Wereld. Daar wordt gris of grigio vooral gebruikt als aanduiding van een vol of strak smaaktype. En ook in de Bourgogne weten ze er heerlijke, karaktervolle wijnen van te maken. Maar daar noemen ze hem dan weer pinot beurot. Het blijft opletten..
Dus, voor eens en voor altijd; als ik om een Pinot Gris vraag, dan wil ik dus een Pinot Gris! Is dat er niet, dan wordt het eerder een Grauburgunder, een Viognier of misschien zelfs een Gewürztraminer, maar zeker geen Grigio. Je geeft iemand toch ook geen forelletje als hij om haring vraagt?

Related Posts