Wat geeft een wijn zijn specifieke smaak?
Aan de basis van wijn ligt natuurlijk de DRUIF. De plek, bodem, omgeving, temperatuur en de wijnmaker zijn van grote invloed op het aroma en de smaak van een druif.
Je vindt hier de algemene kenmerken van de meeste druiven. De beschrijvingen zijn algemeen en nooit volledig.
Maar deze (groeiende) lijst vormt een goede basis!
airén
Het meest aangeplante druivenras ter wereld. Komt voornamelijk uit Spanje. Zijn dikke schil beschermt de druif tegen de extreme weersomstandigheden op de Spaanse hoogvlakte.
Van de airén worden eenvoudige, frisse wijnen – zoals de witte wijn uit La Mancha – gemaakt. Het zijn wijnen die jong het lekkerst zijn.
De airén wordt vaak gecombineerd met andere druiven, ook met blauwe. Het frisse sap van de airén maakt de warme & zware rode wijnen uit Valdepeňas wat lichter.
albariño
Albariño is het druivenras van het Galicische gebied Rías Baixas, gelegen in het uiterste noordwesten van Spanje. In deze natte en koele omgeving voelt de albariño zich goed thuis. De druif gedijt bovendien het beste op een bodem met leisteen of graniet.
Het is één van de duurste witte wijnen uit Spanje. Het vochtige klimaat maakt de wijnbouw zeer kostbaar en er is veel vraag naar deze wijn.
De albariño heeft kleine, dicht op elkaar groeiende druiven met een harde schil en veel pitten. Het ras is immuun voor botrytis, maar zeer gevoelig voor bladziekten.
Het is één van de beste druivenrassen van Europa en geeft wijnen met een viognier-achtige, bloemige neus met perzik, abrikoos en tropisch fruit. In de mond is het een lichte tot medium volle wijn met frisse zuren, kiezel, gras en veel fruit. De wijn is het best als hij jong gedronken wordt.
Heerlijk bij fruits de mer, sushi, sashimi, gazpacho
auxerrois blanc
De auxerrois blancdruif wordt veel aangeplant in de Noord-Oost Frankrijk, de Moezel en Luxemburg en is een wit druivenras. Niet te verwarren met de rode malbec die in de Cahors auxerrois wordt genoemd.
Auxerrois blanc heeft een lage zuurgraad.
Auxerrois blanc werd lang gezien als een tweederangs ras, maar is dankzij moderne technieken en vooral opbrengstbeperking interessanter aan het worden.
Wijn die van dit druivenras wordt gemaakt is neutraal van smaak, met hoge zuren en een hoog alcoholgehalte. Aroma’s: honing en noten.
Chardonnay
De chardonnaydruif is een druif die over de hele wereld voorkomt. Zowel in Frankrijk, Californië, Uruguay, Australië, Zuid-Afrika, als in Chili en Oostenrijk. De druif past zich goed aan aan klimaat en bodem.
De chardonnay is een witte druif die vroeg rijpt en die resistent is tegen kou, maar ook tegen warmte kan. Deze druif wordt gebruikt voor mousserende wijnen, zoals Champagne. De chardonnay geeft een stevige, volle wijn met karakter en bouquet.
In vergelijking tot sauvignon blanc of gewürztraminer is chardonnay niet bijzonder krachtig in geur en aroma.
Smaken: in koelere klimaatzones een groene appelsmaak, in mildere temperatuurzones meloen en in de warme temperatuurzones smaakt de wijn naar exotische vruchten, zoals ananas en mango. Chardonnay rijpt betrekkelijk vroeg en kan een hoog alcoholgehalte halen, waardoor hij zoet smaakt. Een goede chardonnay zal een lange afdronk hebben.
De chardonnaydruif is geschikt om op eikenhout gelagerd te worden, natuurlijke aroma’s en smaken worden hierdoor versterkt. Wijn met deze houtopvoeding krijgt vanilletonen in haar smaak.
De beroemdste chardonnaywijnen komen uit de Bourgogne. Niet dat elke witte Bourgogne van de chardonnaydruif een geweldige wijn is, maar hier ligt toch de bakermat van de grote wijnen van de chardonnay. Bekende namen zijn: Corton-Charlemagne, Le Montrachet, Bâtard-Montrachet, Chevalier-Montrachet, Meursault en Santenay. Ook Chablis is gemaakt van dit ras.
In de champagnestreek laat deze druif zich van zijn beste kant kennen. De chardonnaydruif heeft een voorliefde voor kalkhoudende bodems. Champagne is normaal gesproken een blend van chardonnay, pinot noir en pinot meunier. Wanneer er uitsluitend chardonnay wordt gebruikt bij de productie is het een Blanc de blancs. Een Blanc de blancs heeft een lichtgele kleur met een groene schijn. Champagne op basis van chardonnay is een perfect aperitief of begeleider van lichte voorgerechten met vis.
Chenin blanc / steen
Chenin blanc is een druivenras dat het goed doet in het Franse Loiredal, waar hij ook pineau de la Loire genoemd wordt. Chenin blanc is het meest voorkomende druivenras in Zuid-Afrika, beter bekend onder de naam steen.
De chenin blanc produceert frisse en fruitige wijnen met zeer uiteenlopende smaken van fruit. Dit druivenras staat bekend om zijn strakke wijnen. De geur is vaak heerlijk breed: bloemig, appel, tropisch fruit, amandel, marsepein en honing. De smaak sappig, toegankelijk en fris. Chenin blanc is zeer aromatisch en heeft een goede, natuurlijke zuurbalans.
Chenin blanc wordt ook veel gebruikt voor het produceren van mousserende wijnen.
De stille wijnen zijn er in meerdere types, variërend van droog tot zoet.
De zoete wijnen van chenin blanc kunnen rijpen goed.
In warmere klimaten zijn ook de goedkopere wijnen van dit ras vaak nog fris en prettig.
colombard
De colombard is een wit druivenras dat veel voorkomt in het zuidwesten van Frankrijk. Ook in Californië en in Zuid-Afrika is de druif te vinden.
Het is oorspronkelijk een van de oudste druivenrassen uit de Charente, een middelgrote druif, compact en klein, goudwit van kleur met veel sap. De stok loopt vroeg uit en is daardoor gevoelig voor lentevorst. Het is een zeer productieve druif.
De colombard levert fruitige, aangename wijn. Hij wordt veel in assemblages (blends) gebruikt, onder andere in de Côtes de Gascogne voor wijn en Armagnac.
Colombard is een van de druivenrassen die toegestaan is in Cognac.
cortese
De cortese druif is een klein, Italiaans druivenras dat gebruikt wordt voor de productie van witte wijn en komt vooral voor in Piemonte. In Piemonte wordt de druif gebruikt voor de Gavi-wijnen.
Om de kwaliteit hoog te houden, worden de opbrengsten bewust laag gehouden. De zuurgraad van cortese blijft ook tijdens hete zomers relatief hoog. De wijnen van dit ras zijn licht, crispy en hebben een aangenaam aroma van amandelen, citrusvruchten en vergemaaid gras.
furmint
Droge wijnen van furmint zijn fris en pittig. Ze zijn er in verschillende stijlen, van droog, kruidig en pittig, tot sappig met peer, marsepein en kaneel.
Furmint is vooral bekend als ingrediënt van zoete Hongaarse Tokaj, de nationale trots. Daarnaast kom hij ook in andere Oost-Europese landen voor. In Oostenrijk, waar het ras Mosler heet, wordt de furmint ook vooral voor zoete wijnen gebruikt.
De herkomst van de furmint is onduidelijk. Waarschijnlijk is het een inheemse Hongaarse soort. Maar er zijn ook theorieën die erop wijzen dat hij oorspronkelijk uit Italië komt.
garganega
De garganegadruif komt uit het noordoosten van Italië, de provincies Verona en Vicenza. De eerste sporen van deze druif gaan terug naar de 14e eeuw.
Het is een laat rijpende en krachtige druif. Garganega heeft een reputatie als kwaliteitsdruif. Wanneer de opbrengsten laag gehouden worden, kan de garganega een volle, elegante wijn geven met een goed bewaarpotentieel.
Wereldwijd is de Soave het meest gewaardeerd. Soave heeft vaak een fijne, delicate smaak door de vulkanische bodem. De belangrijkste druif van de Soave Superiore is de garganega, aangevuld met de trebbiano di soave. De wijn wordt gekenmerkt door de intense en ronde smaak met in de afdronk een subtiel bittertje.
Houtrijping geeft deze wijn een subtiele toon van vanille. Hierdoor past de Soave Superiore goed bij verschillende antipasti en soepen, maar ook bij visgerechten, risotto of kip.
gewürztraminer
De gewürztraminer behoort tot de witte druivenrassen, hoewel de druif donkerroze tot blauwroze van kleur is. Het ras is een geselecteerde mutatie van de tramindruif, een variëteit genoemd naar het dorp Tramin in Noordoost-Italië.
Gewürztraminer is zeer herkenbaar door de kruidige geur en de krachtige, volle smaak. Er is vaak iets van lychees in te herkennen. De druif past fantastisch bij gerechten uit de Aziatische keuken.
godello
Godello is een aromatische druif, die wijnen met een hoge kwaliteit produceert. Wijnen met enorm veel fruit. Van frisse limoen, meloen en rijpe perzik tot amandelen en honing. Het geeft droge witte wijnen met een volle, evenwichtige en ronde smaak met een intense kruidigheid. Deze wijn heeft een lang aanhoudende afdronk.
Godello wordt steeds belangrijker in Spanje. Het ras komt uit Galicië, het Noordwesten van Spanje. In de loop van de vorige eeuw is veel godello vervangen door andere druiven. Tegenwoordig realiseren de Spaanse wijnmakers zich weer dat ze dat godello meer dan de moeite waard is.
Mooi bij bijvoorbeeld asperges met ham.
gros manseng
Gros manseng geeft goudgele, kruidige witte wijnen met bloemen, specerijen en abrikoos in de neus. Wijnen van de gros manseng zijn er in verschillende stijlen. Ligt het alcoholpercentage onder de 12%, dan is de wijn meestal fris en licht verteerbaar, maar de meer alcoholische versies zijn vaak rijker en zwaarder.
Net als zijn kleine broertje de petit manseng komt de gros manseng uit de Franse Sud Ouest, onder Bordeaux en boven de Pyreneeën in de wijnregio Gascogne. Van beide rassen maken de wijnmakers er niet alleen droge, maar ook weelderige zoete wijnen.
In tegenstelling tot de petit geeft de gros een veel grotere opbrengst wijn per hectare. De petit manseng geeft daardoor een verfijnder sap.
grüner veltliner
De grüner veltliner is een typisch Oostenrijks druivenras. Het wordt er ook wel eens ‘Der Grüne’ genoemd en is met 30% van de totale wijnbouw in Oostenrijk de meest voorkomende druivensoort.
Dat de druif zich in Oostenrijk zo goed thuisvoelt heeft veel te maken met het klimaat. Omdat de grüner veltliner traag rijpt, hebben de druiven een lang en zonnig najaar nodig. Kenmerkend is vooral het peperachtige aroma.
De druif komt voornamelijk voor in de gebieden Wachau, Kremstal en Kamptal. Naast Oostenrijk is het ras ook aangepland in Tsjechië, maar verder bijna nergens anders. Dit ras heeft een lange rijpingsperiode en heeft veel zon nodig. Half oktober is de druif over het algemeen rijp.
Omdat dit ras heftig reageert op diverse klimaten en bodemsoorten is deze druif in meerdere stijlen te vinden. Je hebt enerzijds de lichte, fruitige variant en anderzijds de krachtige, rijke variant met een hoger alcoholpercentage. De lichte variant heeft een fijne zuurgraad en kan jong gedronken worden, terwijl de rijke wijnen een pepertje in de smaak hebben en een goede bewaarwijn is.
macabeo
Macabeo wordt in Penedès, Catalonië gebruikt als dominante druif in Cava (samen met xarel-lo en parellada). Het ras is ook bekend onder de naam viura .
De macabeodruif is in Spanje een belangrijke soort voor de productie van witte wijn. Oorspronkelijk komt deze witte druif uit het Midden Oosten of Aragon, Spanje.
Macabeo is een druif met een hoog zuurgehalte en een aroma van bloemen. De wijnen van deze druif dienen bij voorkeur jong gedronken te worden, daar het ras vrij makkelijk zijn fruitige karakter verliest.
De druif is ook aangeplant in Zuid-Frankrijk, Algerije en Marokko.
* Cava wordt gemaakt van de drie-eenheid xarel-lo, macabeo en parellada. De eerste geeft karakter, geur en kracht aan de wijn. Macabeo zorgt voor frisheid en fruitigheid. De parallada is hun verbindende schakel en zorgt voor een soepel geheel.
marsanne
De marsannedruif is een wit druivenras en komt vooral voor in de Rhône, Frankrijk. Het is een van de acht rassen die is toegelaten in de Côtes du Rhône appellation. Naast Frankrijk zijn er kleine hoeveelheden aangeplant in de Savoie, Australië, Zwitserland en Californië.
Marsanne wordt meestal gemengd met rousanne. Behalve in Châteauneuf-du-Pape, want daar is het ras verboden.
De meeste witte wijn van de marsannedruif wordt jong gedronken. Het zijn opwekkende, vaak lichte wijnen met in de smaak perzik en citrus. In de geur komen amandelen en citrusvruchten naar boven.
Er zijn echter ook rijkere, vollere wijnen van marsanne. Die komen uit de prestigeuze Crus in het noorden van de Rhônevallei als Crozes-Hermitage of St-Joseph. Deze betere wijnen van deze druif kunnen lang bewaard worden en ontwikkelen rijke, volle geuren die doen denken aan perzik, jasmijn en honing.
De druif is gevoelig voor meeldauw, rot en andere ziektes en heeft een lage zuurgraad. Ook is de druif gevoelig voor het klimaat. Bij een te warm klimaat wordt de druif te rijp waardoor alle zuren verdwijnen en bij een koud klimaat heeft de druif problemen om volledig te rijpen.
melon de Bourgogne
Melon de Bourgogne is een wit druivenras dat vlakbij de Atlantische Oceaan aan het einde van de Loire groeit. Het is de belangrijkste druif van de Pays Nantais. Oorspronkelijk komt de druif uit de Bourgogne, maar de druif komt ook voor in de Verenigde Staten, in de staat Oregon, waar de druif melon genoemd wordt.
De druiven kunnen goed tegen lage temperaturen en zijn bekend geworden vanwege hun rol in de wijn Muscadet (sur Lie).
De wijn van de melon de Bourgogne is lichtgeel en heeft een neutrale smaak van fruit, groene appel en citrus, is muskusachtig en zeer verfrissend. Ook kunnen de wijnen soms een wat zoute smaak hebben. Wijnen van dit ras zijn op hun best als ze jong worden gedronken en passen goed bij zeevruchten.
De beste wijn is Muscadet ‘sur lie’; de druiven rijpen langer op hun druivenmost om de wijn meer diepgang en expressie te geven. Soms wordt de wijn bijna mousserend door deze rijping.
müller-thurgau / rivaner
De müller-thurgau is de meest verbouwde druif van Duitsland, maar hij komt ook voor in Luxemburg, de Franse Elzas, Oostenrijk, Zwitserland, Nieuw-Zeeland en zelfs in Nederland en Engeland. Deze druif levert een aromatische, bloemige, zwoele witte wijn. In Duitsland wordt hij vaak gecombineerd met andere variëteiten voor halfdroge wijnen. De Elzasser müller-thurgau heeft een zoete geur, maar smaakt verrassend droog.
De müller-thurgau is een kruising tussen de riesling en de sylvaner. Dokter Müller, afkomstig uit het Zwitserse Thurgau, zocht naar een mogelijkheid om de voordelen van beide druivensoorten te combineren en de nadelen zoveel mogelijk uit te sluiten. In 1883 kwam de kruising op de markt. De nieuwe druif kreeg de naam van z’n uitvinder. In Luxemburg wordt hij naar zijn tweede naam genoemd: rivaner.
muscat
De muscat is het meest aromatisch van alle druivensoorten, de muscat druif kan aroma’s geven van witte bloemen en citrusfruit. Ruikt de wijn naar druiven? Dan moet het om een wijn van de Muscatdruif gaan. Intens, zwoel & bloemig.
De naam Muscat is de algemene noemer voor diverse varianten. De beste variant is de muscat blanc à petits grains. Een goede tweede is de muscat d’Alexandrie. Synoniemen voor de muscat druif in het Spaans, Italiaans en Duits zijn respectievelijk moscatel, moscato en muskateller.
Muscat is zowel tot zoete als tot strak droge wijn te vinifieren. De zoete wijnen worden vaak versterkt. Door toevoeging van wijnalcohol wordt de vergisting onderbroken. De onvergiste suikers geven de wijn een zoete smaak.
Voorbeelden zijn de Muscats uit de Languedoc (Rivesaltes, Beaumes de Venise), de Muscats van het Griekse eiland Samos, Spaanse Moscatel , de Hanepoot uit Zuid-Afrika en de Australische dessertwijnen.
Ook zijn er passitowijnen van ingedroogde druiven, zoals de Moscato van het Zuid Italiaanse eilandje Pantelleria. Of, eveneens van Italiaanse afkomst, de laagalcoholische, mousserende Moscato d’Asti uit Piemonte.
parellada
De parellada is een van de drie inheemse druiven in de Spaanse Cava (naast macabeo en xarel-lo). Parellada zorgt voor een limoen-achtige frisheid bij Cava.
Parellada groeit in de Penedès in Catalonië.
Het ras wordt soms ook gebruikt om er een stille (niet mousserende) wijn van te maken. Een lichte en frisse wijn om jong te drinken.
pinot blanc
De pinot blanc heeft weinig zuren en is daardoor aangenaam mild. Tegelijkertijd wel heel fris en fruitig. Je ruikt vooral appels, noten en soms lavendel. De pinot blanc groeit overal in de wereld.
In Europa zijn vooral de Elzasser pinot blanc en de Italiaanse pinot bianco populair. Van de pinot blanc worden ook mousserende wijnen gemaakt.
prosecco
De officiële naam van dit druivenras is glera. Lange tijd werd de naam glera echter niet gebruikt, omdat de druif simpelweg ‘proseccodruif’ werd genoemd.
De lichte en mousserende wijn die er van gemaakt wordt is in korte tijd geliefd geworden.
De naam Prosecco werd enorm misbruikt, vanwege de populariteit van deze wijn. In veel wijnproducerende landen werden flessen mousserende wijn geproduceerd waar de naam Prosecco op werd gezet. De consument ging er echter vanuit dat een Prosecco een mousserende wijn uit het noorden van Italië is, uit de Valdobbiadene-regio en de provincies eromheen.
Dit is in 2009 gereguleerd door de DOCG- en DOC-status toe te kennen aan Prosecco. Hierdoor moest echter wel weer de officiële naam glera voor de druif gebruikt gaan worden.
De prosecco druif is heel geschikt voor mousserende wijnen, vanwege zijn lichte structuur, weinig suikers, hoge aciditeit en frisse aroma’s. De druif heeft grote, lange trossen en ronde kleine druiven die vrij zoet van smaak zijn. De druif is begin oktober rijp en doet het goed op niet al te droge plaatsen.
Prosecco geeft wijnen met een strogele kleur en een matig alcoholpercentage, vaak met de smaak van peer en een licht bittertje. De druif wordt ook voor niet mousserende wijnen gebruikt.
riesling
Riesling is de meest bekende druif van Duitsland en de Elzas. Deze druif is pas laat rijp, meestal pas eind september of begin oktober en heeft dan een goudgele kleur met wat kleine vlekjes op de schil.
De riesling is geschikt voor de productie van droge en fruitige wijnen. Zijn wereldbekendheid is echter te danken aan de zoete wijnen die dit ras voortbrengt.
Aan het begin van de 20e eeuw waren de rieslingwijnen uit de Rheingau en Moezel vaak duurder dan de meest bekende wijnen uit de Bordeaux. Rieslingwijn wordt nog steeds veel gedronken. Hij is ook lang houdbaar.
De druif wordt in de Elzas, in Duitsland en ook in Noord-Italië, Luxemburg en de Verenigde Staten aangeplant. Ook in Australië komt deze druivensoort steeds vaker voor.
rousanne
Roussanne is een elegant druivenras voor witte wijn met een mooie kruidige geur, maar niet zoals een muscat of een traminer. Het heeft aroma’s van gedroogde kruiden en rijpe peer. Op jonge leeftijd is de wijn verfrissend en bloemig. Op latere leeftijd krijgt de wijn een rijpere geur en smaak, eerder notig dan bloemig.
Het ras wordt veel gebruikt in de Rhônevallei en de Midi. Roussanne rijpt laat en dat kan problemen geven in koudere gebieden. Tegenwoordig is het ras ook aangeplant in andere landen, zoals Australië en Zuid-Afrika.
Roussanne heeft een goed potentieel om te ouderen. Het ras wordt vaak in combinatie gebruikt met het ras marsanne, een klassieke combinatie. De roussanne staat hoger aangeschreven dan de marsanne, hij is complexer en rijker, maar moeilijk te telen. Het ras is heel gevoelig voor meeldauw en rot. Daarom planten wijnmakers vooral marsanne aan.
Opvallend: Op één plek in de Rhône, in de Châteauneuf-du-Pape, is de marsanne verboden, waardoor de rousanne met andere rassen moet samenwerken (zoals bourboulenc en clairette).
sauvignon blanc
De sauvignon blanc is een witte druif die zijn oorsprong heeft in Frankrijk. Deze druif wordt nu in diverse landen aangeplant. In de 18e eeuw verspreidde hij zich via migranten naar Nieuw-Zeeland, Chili, de Verenigde Staten, Zuid-Afrika, Spanje en Noord-Italië.
De naam sauvignon blanc is de naam die de Fransen er aan gaven. In andere landen komt de druif voor onder de namen Fume Blanc (VS) en Blanc Fume (Zuid-Afrika).
De druif wordt zowel voor cépagewijnen gebruikt als in blends.
Wijn gemaakt van deze druif ruikt naar buxus, wit fruit en bloemen. Bij het proeven van de wijn, valt de smaak van groene appels, kruisbessen, soms ananas en lychee op. De wijn heeft een bittere naar zoet neigende afdronk. Voor Noord-Franse wijnen soms knisperend droog en hoog in de zuren. Uit warmere gebieden zijn ze vaak zachter van smaak.
Bekende wijnen: Sancerre en Pouilly-Fumé.
sémillon
De sémillon of sémillion is wereldwijd op grote schaal aangeplant, maar komt vaak niet goed tot zijn recht.
Sémillon kan onder de juiste omstandigheden prachtige elegante en subtiele wijnen leveren die goed kunnen ouderen. Het ras geeft wijnen met veel extract en weinig zuren. Je ruikt en proeft abrikoos, mango en perzik. Sémillon is geschikt voor opvoeding en lagering op eiken vaten. De wijn kan dan een rijke smaak ontwikkelen.
Het beroemdst is dit ras geworden door gebruik in de edele, zoete wijnen uit het Bordeauxgebied zoals Sauternes, of in de hoog geclassificeerde droge witte wijnen uit de Bordeaux. Het ras wordt ook gebruikt in andere witte wijnen, bijvoorbeeld die van de Côtes de Gascogne.
sylvaner / silvaner
Een wit druivenras dat sylvaner, groene sylvaner of silvaner genoemd wordt en waarschijnlijk van oorsprong uit de Kaukasus afkomstig is. Het is een spontane kruising tussen de traminer en de Österreichisch-weiss.
Vooral veel aangeplant in Duitsland (daar vooral bekend als onderdeel van Liebfraumilch) en de Elzas, maar ook in landen als Oostenrijk, Zwitserland en Roemenië. Vooral de silvaner uit Franken (Dld) is zeer de moeite waard.
De wijnen van de sylvaner zijn fris, fruitig, droog en hebben zachte zuren. Ze hebben aroma’s van kruisbes, hooi, peren en karamel en de smaak van appel, perzik, bloemen en citroen.
Ook zeer geschikt voor dessertwijnen, zoals Eiswein. Dan vind je vooral ananas, honing en mango terug in aroma en smaak.
torrontés
Een wit, licht aromatisch druivenras, tegenwoordig voornamelijk uit Argentinië. Belangrijke kenmerken zijn het muskaatachtige aroma, wat kruidigheid en de geur van jasmijn, rozen en geraniums. Ook tonen van citrus, grapefruit en perzik vallen op. Het is een afstammeling van de muscaatdruif. Het lijkt een beetje op viognier, maar dan frisser.
Het zuurgehalte is redelijk hoog. Dat geeft een levendige, frisse wijn die het best binnen een à twee jaar gedronken kan worden. Bewaar je de fles langer, dan zullen de frisse, fruitige tonen snel minder worden.
Oorspronkelijk komt de druif waarschijnlijk uit Galicië (Spanje). Daar komt het ras ook nog steeds voor, maar de Argentijnse variant is veel belangrijker geworden. En deze is zo vaak gemuteerd, dat hij maar weinig meer te maken heeft met zijn Spaanse voorvader.
trajadura / treixadura
Een vroegrijpend Noord-Portugees druivenras dat aromatische, iets peperige wijnen levert. In Spanje (Galicië) heet hij Treixadura.
Wordt vaak in blends gebruikt voor bijvoorbeeld Vinho Verde met andere lokale druiven zoals albariño, godella of torontés.
Vaak aromatische, lichte frisse wijnen met aroma’s van citrusfruit (limoen). Matcht heel goed met zeevruchten en gefrituurde vis.
trebbiano / ugni blanc
De Italiaanse trebbiano is dezelfde druif als de Franse ugni blanc. Het is het een echte mengdruif, hoewel er in Italië wel wijnen van uitsluitend trebbiano zijn, zoals een Trebbiano d’Abruzzo.
Het ras is neutraal van geur en smaak en heeft frisse zuren. Daarom is hij in vrijwel alle Italiaanse witte wijnen terug te vinden. Orvieto, Soave, Frascati, Verdicchio dei Castelli di Jesi: overal vind je de trebbiano.
In Frankrijk wordt de ugni blanc van oudsher gebruikt voor Cognac en Armagnac. Tegenwoordig ook voor Vins de Pays uit de Côtes de Gascogne en die uit de Provence.
ugni blanc / trebbiano
Zie trebbiano
verdejo
Een karakteristieke Spaanse druif die eind 19e eeuw bijna was verdwenen. Daarna was het lange tijd een druif die wijnen leverde van een matige kwaliteit.
Tegenwoordig is de kwaliteit – door inzet van diverse wijnproducenten – enorm toegenomen en het ras zeer populair. Er bestaat momenteel een voorkeur voor frisse witte wijnen zoals sauvignon blanc en grüner veltliner. Daar past verdejo heel goed bij.
Verdejo is heel gevoelig voor contact met zuurstof. Daarom worden de druiven meestal ‘s nachts geoogst en meteen geperst. Om zo zoveel mogelijk frisheid te behouden.
Verdejo is tegenwoordig stuivend fris met citrusaroma’s en groene tonen van grapefruit en rabarber. Vaak vind je een bittertje terug. Verdejo wordt meestal jong gedronken en combineert uitstekend met visgerechten.
Oorspronkelijk komt het ras uit de Spaanse wijnregio Rueda, daar komen ook de beste wijnen van dit ras vandaan.
verdicchio
De verdicchio is een Italiaans wit druivenras. Het ras wordt meestal gecombineerd met andere variëteiten.
De verdicchio heeft fruit in het aroma en de smaak, maar het is vooral fris en droog. Een bekende verdicchiowijn is de Verdicchio dei Castelli di Jesi.
Ook in Spumante, de Italiaanse mousserende witte wijn, wordt verdicchio gebruikt.
viognier
Viognier is een wit druivenras dat vooral in de Franse Rhônevallei is aangeplant. De viognier wordt veel gebruikt in witte wijnen uit de Côtes du Rhône en op de beroemde steile wijngaarden van Condrieu is het de enige toegestane druif.
Viognier is heel aromatisch en heeft een kenmerkend boeket van zacht fruit en bloemen, aroma’s van abrikoos, peer en perzik met een laag zuurgehalte en veel kracht. De wijn is vrijwel altijd droog.
Tegenwoordig wordt de druif ook veel verbouwd in Zuid Frankrijk, de Verenigde Staten, Chili en Australië.
welschriesling
Welschriesling is een oud wit druivenras en groeit voornamelijk in Centraal-Europa, zoals in Oostenrijk, Hongarije en Kroatië.
Het geeft licht aromatische, frisse wijnen met een verkwikkende zuurgraad. Vaak zijn het toegankelijke, fruitige tafelwijnen. Er worden ook dessertwijnen en mousserende wijnen van gemaakt. Ook wordt hij veel gebruikt voor blends, voor wat meer frisheid.
Het is een druif met een onduidelijke afkomst. De Duitse naam welschriesling betekent letterlijk Romaanse riesling. Maar de meeste synoniemen in Centraal-Europa (olaszrieling, italian riesling etc.) zijn variaties op Italiaanse riesling. Hij kan in Centraal-Europa gekomen zijn via de Romeinen. De Kroatische naam Graševina doet vermoeden dat de oorsprong ergens in het oosten van de Balkan zou zijn. Het is in ieder geval geen familie van de echte riesling.
xarel-lo
De xarel-lo druif is een van de drie inheemse druiven in de Spaanse Cava. Xarel-lo voegt aan de Cava aroma en vooral karakter toe.
Xarel-lo groeit in Penedès in Catalonië. Zijn Cava-bondgenoten zijn de macabeo en parellada. Maar de xarel-lo is de meest krachtige van de drie.
barbera
De barberadruif komt vooral voor in Noord-West Italië.
Het is een druivenras dat probleemloos op allerlei bodemsoorten gedijt en veel volume per hectare kan leveren. Kenmerkend voor wijn van deze druif is een hoge natuurlijke zuurgraad, een licht bitter aroma van kersen (soms ook rood fruit) en een laag tannine-gehalte.
Lang werd barbera als een tweederangs druif beschouwd. Maar sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw is men in toenemende mate kwaliteitswijnen van deze druif gaan maken.
Belangrijke Italiaanse herkomstbenamingen zijn Barbera d’Alba, Barbera d’Asti en Barbera del Monferrato.
Barbera is ook te vinden in Californië en Argentinië, waar de wijnen meestal wat zachter van smaak zijn.
cabernet Sauvignon
De cabernet sauvignon is een populaire druif voor het maken van rode wijn. De druif levert een wijn met een volle smaak en een donkere kleur. De wijn van deze druif wordt als complexer en minder toegankelijk dan de eveneens zeer populaire merlot beschouwd. Het rijpingsproces is bij de cabernet sauvignon heel belangrijk, daar het een laat rijpende druif is.
De oorsprong van de cabernet sauvignon ligt in de Médoc, in de Franse Bordeaux-streek, maar tegenwoordig wordt de cabernet sauvignon op veel plaatsen gebruikt, bijvoorbeeld ook in de Côtes de Gascogne en buiten Frankrijk in Californië, Australië en Chili.
De druif wordt vaak gemengd met andere rassen, zoals merlot en de cabernet franc, naar het voorbeeld van de Médoc-wijnen.
De cabernet sauvignon is ontstaan door een mutatie van de cabernet franc en de sauvignon blanc.
cabernet Franc
In de Bordeaux meestal gebruikt in een blend met zijn jongere broertje cabernet sauvignon en merlot. Hij maakt de cabernet sauvignon milder en de merlot wat voller.
Maar in de Franse Loire en het Hongaarse Szekszárd wordt dat druif al eeuwenlang gebruikt voor cépagewijnen, dus wijn van 100% cabernet franc.
De cabernet franc geeft subtiele rode wijnen. Ze zijn zachter dan cabernet sauvignon, met minder tannines en meestal een fijnere textuur. Vaak heeft wijn van de cabernet franc aroma’s van rijpe frambozen en potloodslijpsel, naast aardse tonen die soms aan groene paprika doen denken.
Hoewel de cabernet franc de basis is van de Cabernet-familie, staat hij in de schaduw van de de veel bekendere cabernet sauvignon. Omdat hij het goed doet in koelere klimaten en minder zon en warmte nodig heeft dan de cabernet sauvignon, is hij in de Bordeaux vaak als een verzekeringsdruif aangeplant. Valt de zomer tegen, dan vangt de cabernet franc de matige cabernet sauvignon-oogst op.
In de Loire heeft de cabernet franc juist een hoofdrol. Vooral in Chinon en Bourgueil worden misschien wel de mooiste cépagewijnen van dit ras geproduceerd.
En ook in het Noord-Italiaanse Friuli, Hongarije, Libanon en in koelere delen van de Nieuwe Wereld (Canada, noorden van Californië, Australië) is de cabernet franc veelvuldig aangeplant.
Van het ras wordt niet alleen rode wijn gemaakt, maar ook rosé. Voorheen gebeurde dit eigenlijk alleen maar in de Loire, maar tegenwoordig wordt de cabernet franc ook in de Bordeaux en in het zuiden van Frankrijk voor rosé gebruikt. Het zijn krachtige, volle donkerroze wijnen met een wat boerse, kruidige smaak.
carignan
De carignan is de druif waarvan de meeste rode wijn ter wereld gemaakt wordt.
Hij groeit het beste in warme streken zoals Spanje, Italië, Californië en het zuiden van Frankrijk. Zelfs in China komt hij voor. De wijn is bijna zwart als inkt, zwaar en heeft veel tannine. Ook in de geur herken je inkt.
Smaken: pruimen, peper en leer.
Dankzij nieuwe technieken en assemblages / blends met andere rassen, zoals grenache en cinsault, weten wijnmakers van de carignan mildere en sappigere wijnen te maken.
Corbières, Minervois en Roussilion zijn daar goede voorbeelden van.
carmenère
De carmenèredruif is van oorsprong een ras uit de Bordeaux en werd naar Chili geëxporteerd in de veronderstelling dat men te maken had met de merlot. Na onderzoek bleek dat het ging om de carmenère en nu is het de belangrijkste druif, de USP van de Chileense wijnbouw.
In de Bordeaux werd de carmenère aan het einde van de negentiende eeuw weggevaagd door de phylloxera, de druifluis, en daarna door zijn structurele gevoeligheid voor ziekten (zoals coulure; het door weersveranderingen niet goed verlopen van de bloei, met als gevolg een slechte oogst) niet meer aangeplant. Het ras heeft veel aandacht nodig en moet letterlijk kort gehouden worden.
In Chili bleek dit ras zich veel beter thuis te voelen
De smaak is te omschrijven als kruidig en peperig met veel fruit als cassis en bessen. Dit geeft over het algemeen een volle stevige smaak met veel lengte en structuur.
cinsault
Cinsaut, of cinsault, is een blauw druivenras en wordt op grote schaal aangeplant in Frankrijk, Spanje, Californië, Zuid-Afrika, Australië en Libanon.
Het ras heeft body, is vlezig en gespierd. De wijn heeft weinig tannine, een mooie zuurgraad en is vooral jong zeer aromatisch met geuren van perzik, framboos, aardbei en amandel.
De cinsault is een van de variëteiten die in de Châteauneuf-du-Pape en de Côtes du Rhône kan voorkomen. Met zijn eigenschappen zorgt cinsault, gemengd met grenache voor stevigheid en maakt hij de carignan zachter. Uit een kruising tussen de pinot noir en de cinsault is de Zuidafrikaanse pinotage ontstaan.
De druif heeft een lichte schil en gedijt zeer goed in een droog en warm klimaat en een droge, arme en steenrijke zand en kleibodems. Cinsault is een druif die vroeg rijpt en zich uitstekend machinaal laat oogsten. De druif is gevoelig voor meeldauw en kan grote opbrengsten hebben, wat niet altijd goed is voor de kwaliteit van de wijnen.
Cinsault is tevens zeer geschikt voor de productie van lichte roséwijnen.
corvina
De druiven van de corvina zijn klein met een dikke schil, waardoor er enige bescherming is tegen schimmel en rot. Veel kleurpigmenten zijn niet aanwezig. Het ontbreekt ook aan een grote hoeveelheid tannine, waardoor lichte wijnen worden geproduceerd die jong gedronken moeten worden.
De wijn is aromatisch met tonen van amandelen, kersen en ander rood fruit.
De corvina is op zijn best als hij wordt gebruikt voor recioto-wijnen. Recioto is het proces waarbij de druiven nadat ze zijn geplukt voor een aantal dagen op rieten matten worden gelegd om geconcentreerder sap te creëren, doordat overtollig sap verdampt.
Dat laatste is ideaal voor de Amarone, de specialiteit van regio Valpolicella in Veneto en gemaakt van iets ingedroogde blauwe druiven.
De corvina speelt in de rode wijnen uit de Veneto de grootste rol, naast o.a. de rondinella. Sinds kort blijkt dat de rondinella een nakomeling is van de corvina.
dolcetto
Een vroeg rijpende blauwe druif. Deze druif is kenmerkend voor Noord-Italië en met name voor de Piëmonte. Dolcetto betekent kleine zoete. Eigenlijk vreemd, want het ras staat niet bekend om zijn hoge suikergehalte.
De druif geeft een droge rode wijn die jong wordt gedronken. Zonder veel zuur en zachte tannines. Veel aroma’s van zwart fruit, koffie en viooltjes. Het zijn over het algemeen gemakkelijke, fruitige wijnen die geen houtrijping krijgen.
De Dolcetto d’Alba wordt als de bekendste beschouwd, maar er bestaan veel gemeentelijke DOC-appellaties. Recentelijk is er het grensoverschrijdende Langhe Dolcetto DOC gecreëerd.
Lekker met pasta en tomatensaus, lam en harde oude kazen (bijv. Pecorino).
gamay
De gamaydruif groeit vooral in de Beaujolaisstreek in Frankrijk. Daar zijn de omstandigheden voor deze druif dan ook optimaal: kalkhoudende grond met graniet en een mild klimaat.
Deze druif levert een cépagewijn op met een aroma van rode vruchten, zoals aardbeien en frambozen (soms ook zwarte kersen en zwarte bessen). Het zijn over het algemeen wijnen met een frisse en soepele smaak.
Naast Frankrijk komt de druif vooral voor in de Verenigde Staten en Zwitserland.
grenache
Grenache is een sterk druivenras voor rode wijn, dat tegen extreme hitte kan. De druif komt oorspronkelijk uit Spanje, waar het garnacha wordt genoemd. Deze druif groeit goed in warme en droge gebieden. Daarom vindt men het ras in Zuid-Frankrijk, Spanje, Australie, Zuid-Amerika en Californië. Deze druif is wereldwijd de meest gecultiveerde soort voor de produktie van rode wijn.
De druif heeft een dunne schil met weinig pigment en is daarom zeer geschikt om rosé te produceren. Bovendien kan de druif lang rijpen, waardoor vaak een hoog suikergehalte gehaald wordt. Het resultaat is vaak een sterke, fruitige, bijna zoete, op port lijkende wijn. De rode wijnen van grenache kunnen wat weinig kleur hebben.
De wijnen kenmerken zich door een zeer fruitige, bijna zoete smaak, waarin bramen en wat peper terug te vinden is.
De grenache wordt ook vaak gemengd met andere rassen. In Frankrijk vindt men ze in de Rhônewijnen, onder andere in Châteauneuf-du-Pape. In het Spaanse gebied Rioja wordt dit ras vooral gemengd met tempranillo.
grolleau
Grolleau is een blauw druivenras dat voorkomt in de Loire en wordt gebruikt voor de productie van rosé. Grolleau is afgeleid van het Franse woord ‘grole’ en dat betekent kraai. Het verwijst naar de donkere kleur van de druiven.
De druiven worden onder andere gebruikt in Touraine en voegt door zijn hoge zuurgraad iets aards in het aroma van de wijn toe.
Ze groeien op een bodem van klei en kalksteen. Deze rosé is heerlijk te combineren met crudité’s, carpaccio, zalm en wit vlees.
kékfrankos
De Hongaarse kékfrankos is een synoniem voor het druivenras blaufränkisch. Blaufränkisch is een blauwe druif met een donkere schil en wordt gebruikt voor de productie van rode wijn.
Dit ras komt voornamelijk voor in Oostenrijk, Duitsland en Zuid-Europese landen zoals Italië. In Oostenrijk wordt 95% van deze soort verbouwd in Mittelburgenland, dit omdat de druif hier vanwege het klimaat het beste gedijt. Het is een fruitig druivenras.
Ook wel bekend onder de namen lemberger, limberger, frankovka en frankonia.
De druif rijpt laat en geeft meestal wijnen die fruitig en elegant zijn. Vaak geconcentreerd, met veel tannine en aroma’s van rijpe kersen, rode en zwarte bessen met een vleugje eucalyptus.
malbec
De druif is beter bekend onder deze naam, maar is ook terug te vinden onder de naam côt. Het is een donkere druif die veel kleurstof bevat en voor intense, tanninerijke wijn zorgt. In de smaak zit een vleug van pruimen en bramen.
Oorspronkelijk is de druif afkomstig uit het zuidwesten van Frankrijk. In de Cahors is het een belangrijke druif voor hun ‘Vin Noir’. Na een periode dat men langs de oevers van de Lot de druif ging verbouwen zie je nu steeds meer goede wijnen komen van deze druif uit de hoger gelegen wijngaarden.
In de Bordeaux, met name in de Haut-Médoc, vinden we deze druif terug als één van de belangrijkste soorten. Wijnen uit deze streek worden gemaakt uit een blend van malbec samen met merlot, cabernet sauvignon en/of cabernet franc.
Côt staat bekend onder vele namen. Dit komt doordat de druif vroeger in de meeste wijngebieden wel vertegenwoordigd was.
Tegenwoordig wordt de druif ook in Zuid-Amerika verbouwd. Vaak als cépagewijn (wijn alleen van malbec gemaakt) en het wordt dan ook onder de naam malbec verkocht. In Argentinië is maar liefst 20.000 ha met deze druif beplant, het is dan ook de belangrijkste druif van het land. Ook in Chili, Bolivia en Mexico is het een populaire druif.
merlot
Merlot is een blauw druivenras dat zeer populair is voor het maken van wijn. De druif is iets groter en heeft een dunnere schil dan de cabernet sauvignon. Merlotwijnen zijn over het algemeen sappiger en soepeler dan die van de cabernet sauvignon, met minder tannine. Daardoor zijn ze vaak gemakkelijker en jonger te drinken.
Dit internationale druivenras is in geur en smaak vooral te herkennen aan kersen, bessen en pruimen. Het zijn gulle wijnen met veel smaak.
De merlot is één van de traditionele druivensoorten van de Franse Bordeaux-streek (naast cabernet sauvignon de belangrijkste).
Buiten Frankrijk is Californië een belangrijke producent van merlotwijn. Men kwam er in de jaren zeventig tot de ontdekking dat merlot niet alleen goed functioneerde in een assemblage naar Frans model, maar ook op zichzelf, als cépagewijn, de moeite waard kan zijn.
Verder wordt er merlot geproduceerd in Italië (vooral in het Noord-Oosten), Zuid-Afrika, Nieuw-Zeeland, Australië en Zuid-Amerika, met name in Chili.
montepulciano
De montepulciano is een vroegrijpende Italiaanse druif. De montepulciano komt vooral voor in Centraal Italië, Zuid-Italië, Abruzzen en Marken. De montepulciano geeft vaak veel kleur en levert sappige wijnen op. Ook staat de montepulciano bekend om zijn makkelijke en ronde wijnen. Dit komt doordat het ras niet zo veel zuur of tannine heeft.
Vaak kiest de wijnmaker om de montepulciano te mengen met de sangiovesedruif. Dat mag met 10% sangiovese zijn. Deze wijnen zijn vaak voller en robuuster dan de gewone montepulciano.
Let op: Verwar de montepulciano niet met Vino Nobile di Montepulciano. Deze wijn wordt namelijk gemaakt van de sangiovese. De wijnen van de montepulciano kunnen het best binnen drie jaar gedronken worden.
mourvèdre
Mourvèdre is van oorsprong Catalaans en is bekender onder de naam monastrell.
Het is een veeleisende druif die warme, beschutte plekken nodig heeft. De druif heeft een dikke schil en kan goed gebruikt worden voor de productie van rode wijnen. Er worden rijke wijnen met veel alcohol, voldoende zuren en tannine van gemaakt.
Het druivenras staat vooral aangeplant in Spanje en Zuid-Frankrijk en wordt daar veel gebruikt voor assemblages met grenache en syrah. Een van de bekendste wijnen die van de mourvèdre wordt gemaakt is de rode Bandolwijn uit het zuiden van Frankrijk.
In Australië en Californië heet het ras meestal mataro.
De druif doet het goed in een extreem klimaat, dus hete zomers en koude winters. Mourvèdre rijpt vrij laat en is daarom geschikt voor zuidelijke gebieden. In de smaak en geur van de wijnen herken je specerijen, bramen en peper. Maar soms ook leer en aardse tonen.
nebbiolo
De Italianen vinden dat de nebbiolo de beste druif van Italië is. Nebbiolo wordt gebruikt voor Barolo, Barbaresco en Gattinara. Deze wijnen zijn bijna zwart van kleur, uitgesproken stevig en door het hoge tanninegehalte tamelijk stug.
Ze smaken niet fruitig, je proeft eerder rijpe pruimen, drop, chocolade, truffels, inkt en teer in de aroma’s en smaak.
Nebbiolowijnen worden meestal niet jong gedronken. Ze hebben veel tijd nodig om te rijpen, maar dan kunnen het ook fantastische wijnen worden.
negroamaro
De negroamarodruif is een blauwe druivensoort uit Italië. Vooral in de hak van de Italiaanse laars, in de regio Apulië, komt het ras veel voor en geeft daar krachtige rode wijnen. Het ras kent vele synoniemen zoals nero amaro, nicra amaro en uva cano en wordt voornamelijk gebruikt voor blendwijnen. Naast blendwijnen geeft de druif ook mooie rosé en rode wijnen die lang bewaard kunnen worden.
Van de geschiedenis van de negroamaro is niet veel bekend, maar men denkt dat de druif oorspronkelijk uit Griekenland komt.
De druif is stabiel en goed bestand tegen ziektes, kan goed tegen droogte en geeft kwaliteitswijnen. De wijnen zijn vaak bijna zwart van kleur en hebben in de lange afdronk een aangenaam bittertje. Vaak zachte, vlezige, volle wijnen met zondoorstoofd fruit, met een warme en fluweelachtige smaak.
nero d’avola
De nero d’avola is de belangrijkste rode druif van Sicilië en één van de belangrijkste inheemse rassen van Italië (vernoemd naar het plaatsje Avola in het diepe zuiden van Sicilië). De wijnen worden wel vergeleken met de syrah.
Wijnbouwers brachten deze druif een paar honderd jaar geleden naar het zuidelijke puntje van het eiland. Tegenwoordig is zij verspreid over het hele eiland, maar het zijn toch vooral de districten rond Noto (Buonivini, Bufalefi en Maccari) waar de allerbeste wijnen vandaan komen.
De nero d’avola houdt van een zeer warm klimaat en produceert wijnen met zoete, ronde tannines en in het aroma zit duidelijk een pepertje. Verder aroma’s van rijpe kersen, chocolade en pruimen. Complexe smaak met donker bosfruit, lichte nuances van mint en iets kruidnagel.
Lekker bij gegrild vlees of pasta met paddestoelen.
petit verdot
Petit verdot is een van de klassiekers uit de Bordeaux. Meestal wordt petit verdot gemengd met andere druiven.
In de Bordeaux wordt vaak een beetje petit verdot toegevoegd aan het sap van decabernet sauvignon en merlot, om de wijn wat meer kleur en karakter te geven.
Hij rijpt laat en geeft dieprode wijn met veel tannine. Jonge petit verdot heeft een geur die doet denken aan potloodslijpsel en banaan. Oudere wijn neigt naar viooltjes en leer.
In Frankrijk is het bij wet verboden om van dit ras een cépagewijn (100% petit verdot), maar in andere landen, zoals Spanje en Macedonië, gebeurt dit wel.
pinotage
In 1925 in Frankrijk door professor Perold gekruist uit pinot noir en cinsault. In Zuid-Afrika werd cinsault ook hermitage genoemd, vandaar de samenvoeging pinotage. In 1961 verscheen de naam pinotage voor de eerste keer op een etiket, een wijn van de pinotagedruif uit 1959. Jarenlang werd hij alleen in Zuid-Afrika aangeplant, maar tegenwoordig verschijnt hij ook in Australië en Nieuw-Zeeland.
Kan zeer fruitig zijn en kan ook goed rijpen. Pinotage is een druif met een eigen persoonlijkheid, wat zeker ook geldt voor de wijn die ervan gemaakt wordt.
De druif rijpt vroeg en makkelijk. De structuur is stevig, vlezig. De pinotage geeft robuuste, kruidige wijnen, waarin peper, specerijen en rijpe bessen zijn te proeven. Ook tonen van kersen, aardbeien, pruimen en kersen.
De kleur van pinotagewijnen is over het algemeen intens kersenrood. De geur: amandelen, bessen, frambozen, pruimen, rood fruit, snoep, veenbessen, viooltjes.
pinot gris (grauburgunder)
Het druivenras pinot gris is zeer waarschijnlijk een mutatie van de pinot noir. Vanuit de Bourgogne werd hij door kloosterlingen naar andere landen gebracht, zoals naar Hongarije. Na de Tweede Wereldoorlog heeft pinot gris, als pinot grigio, furore gemaakt in Italië. In Duitsland is de druif bekend onder de naam ruländer en grauburgunder.
De vruchten van deze druivensoort hebben van nature flink wat suiker en relatief weinig zuren. Hij wordt daarom bij voorkeur in tamelijk koele streken geteeld; in warme regio’s ontstaan saaie zoete wijnen.
In koele gebieden verloopt de groei van de druiven niet altijd zonder problemen. De pinot gris heeft compacte trossen, wat de soort kwetsbaar maakt voor rotting, vooral als er regenwater tussen de vruchten gevangen blijft. Najaarregens worden door de telers van pinot gris daarom gevreesd, met als gevolg dat velen de druif tamelijk vroeg plukken. Aromatisch hebben de druiven zich dan nog niet volop kunnen ontwikkelen, met neutrale, flauwe wijnen als resultaat. De meeste pinot grigio wijnen uit Italië voldoen aan dit profiel. In de Elzas oogst men de druif het liefst zo laat mogelijk. Vandaar dat de pinot gris uit dat gebied meestal een milde tot zoete smaak heeft.
pinot noir
Pinot noir gedijt het best in streken met een getemperd klimaat, waar het groeiseizoen lang is en er dus veel aromavorming in de vruchten ontstaat.
Zijn favoriete grond is kalksteen, al dan niet vermengd met ijzerhoudende klei. De oorsprong van de pinot noir ligt in de Côte de Nuits in de Bourgogne, waar de pinot noir al tweeduizend jaar groeit. Buiten de Bourgogne is het niet eenvoudig om dit ras te verbouwen, waardoor hij een veel geringere verspreiding kent dan bijvoorbeeld de cabernet sauvignon. Maar hij is inmiddels al wel te vinden in bijvoorbeeld Zuid Afrika, Tasmanië en Nieuw-Zeeland.
Rode wijnen van pinot noir hebben gewoonlijk geen heel donkere kleur (dunne schil), maar wel een aantrekkelijke geur. Ook kenmerkend is een fijne smaak die de wijn vanaf zijn jeugd al heel toegankelijk maakt. Ondanks die zachtheid en soepelheid kunnen de betere pinot noirs een lange flesrijping ondergaan. De druif wordt ook gebruikt voor mousserende wijn (een van de drie toegestane druivenrassen in Champagne).
primitivo
Primitivo is afkomstig van het Zuid-Italiaanse Puglia of Sicilië.
Wijn van de primitivo is donker en kachtig, met tonen van bramen, anijs en zwarte peper. Het past goed bij een sappig stuk rood vlees. Vaak met veel tannines en ze kunnen vrij lang bewaard worden.
De oorsprong van de primitivo was lange tijd niet geheel duidelijk. Sommigen vermoedden dat het dezelfde druif is als de Noord-Amerikaanse zinfandel. Anderen beweerden dat de plavac mali, een druif van een eilandje in de Adriatische Zee, de oervader was, daar ze genetisch veel van elkaar weg hebben Maar uit recent onderzoek blijkt dat de Kroatische druif tribidrag aan de basis ligt van de primitivo.
rondinella
De rondinelladruif wordt in Noord-Italiaanse Verona gebruikt als hulpdruif voor rode wijn. Het is een ras dat voornamelijk in de blend voor Valpolicella wordt gebruikt. De druif heeft veel kleur, een mooie geur en een fruitige smaak van kersen. Rondinella geeft een vrij hoog rendement, maar is in de blend voor Valpolicella van ondergeschikte rol.
Verder leent hij zich goed voor het indrogen. Dat laatste is ideaal voor de Amarone – de specialiteit van regio Valpolicella in Veneto – gemaakt van iets ingedroogde blauwe druiven. De corvina speelt in de rode wijnen uit de Veneto de grootste rol. Sinds kort blijkt dat de rondinella een nakomeling is van de corvina.
Voor zover bekend zijn er geen wijnen die 100% van rondinella worden gemaakt.
Sangiovese
De sangiovese komt veel in heel Italië voor, maar is vooral bekend door de wijnen van Toscane. Het is de klassieke druivensoort voor Chianti. De kwaliteit is wisselend. Slechte sangioveses zijn licht, zuur, dun en stroef, Maar een goede kwaliteit is vol, stevig en kruidig. Kenmerkend is zijn bruin-oranje rand in het glas. Een sangiovesewijn hoort een beetje stug te smaken. Dat komt doordat hij tamelijk veel tannine bevat. Maar bij deze wijn is dat heel aangenaam.
Krachtige, geconcentreerde sangiovesewijnen kunnen goed ouderen.
Sangiovese kent veel variëteiten / klonen met wisselende eigenschappen. Dat verklaart ook waarom de ene Sangiovese heel geconcentreerd is en de ander dun en schraal smaakt. De naam van de druif doet vermoeden dat de oorspronkelijke wijnstok krachtige wijnen leverde, want sangiovese betekent bloed van Jupiter.
Wijnen van de sangiovese: Chianti, Vino Nobile di Montepulciano en Brunello di Montalcino
Geur en smaak: Bramen, Specerijen, Kruiden, Tabak, Kersen, Pruimen en Mest.
syrah / shiraz
De druif syrah, in de nieuwe wereld shiraz genaamd, werd tijdens de kruistochten vanuit het Midden-Oosten naar Frankrijk gebracht. Over herkomst van de druif doen veel geruchten de ronde, bijvoorbeeld dat de druif afkomstig is uit de Iraanse stad Shiraz. Uit genetisch onderzoek blijkt echter dat de druif voortkomt uit 2 druivensoorten uit Zuid-Oost Frankrijk: de dureza en de mondeuse blanche.
Het is een druivenras dat veel zon nodig heeft en zijn beste wijnen geeft in een warm en droog klimaat. En dan bij voorkeur op niet te vruchtbare grond. De wijnranken van ras groeien uitbundig en worden daarom vaak gesnoeid. Gebeurt dit niet, dan verliezen de druiven aan aroma, met flauwe wijnen als resultaat. De syrah is een gezonde druif die immuun is voor de meeste plantenziekten.
Als syrah met zorg wordt gecultiveerd, dan heeft hij druiven met een dikke schil. De wijn krijgt daardoor niet alleen veel kleur, maar ook veel tannine.
In Australië is shiraz de nationale specialiteit. Daar weet men er prima wijnen van te maken, ook in blends met cabernet sauvignon. Ook wordt er droge rosé en mousserende wijn van de syrah gemaakt.
Wijnen van de syrah zijn diep rood, vol van smaak, vlezig en krachtig. Ze smaken en ruiken naar rijp donkerrood fruit en specerijen als peper en kruidnagel. Syrahs bevatten vrij veel tannine, maar zijn zeker niet stroef. In wijnen als een Côtes du Rhône en Châteauneuf-du-Pape wordt de syrah ook gebruikt.
tanat
Tannat is een druivenras voor rode wijn, dat stevige wijnen met veel kleur voortbrengt. Tannat heeft een stevige structuur en een hoog tanninegehalte.
Meest bekend als basis van de rode wijnen uit de Madiran, maar ook aanwezig in bijvoorbeeld Uruguay. De wijn heeft een aroma van rood fruit. Meestal heeft de wijn een lange houtrijping ondergaan.
tempranillo
De tempranillo is een blauwe druivensoort die behoort tot de meest nobele druivenrassen om wijn van te maken.
De druif heeft een dikke schil. Het is een druif die weinig zuur en weinig zoet aan een wijn meegeeft.
Een ideale druif in assemblages / blends, maar bekender zijn de cépagewijnen. In Vega Sicilia – Spanje’s meest prestigieuze wijngoed – gebruikt men voornamelijk de tempranillo. Ook in Protos en Pesquera is de druif erg belangrijk.
Om goed te kunnen ontwikkelen heeft de druif een warm klimaat nodig. Vooral in Spanje (massief plat) is de druif de basis voor kwaliteitswijnen. Het is de druif van beroemdste wijnstreken in Spanje, de Ribeira del Duero en Rioja.
Maar ook in Navarra en Penedés – twee Noord-Spaanse wijnstreken – en de Languedoc-Rousillon staat veel tempranillo aangeplant.
trincadeira
Een lokale Portugese druif met een geheel eigen karakter. Hou je van carignan, dolcetto of grenache, dan is dit een aanrader.
Vaak vol, krachtig, jammy en romig. Trincadeira geeft dieprode wijn met veel zwart fruit in de smaak, pittige tannines en soms iets kruidigs. Het ras groeit in heel Portugal, maar vooral in Alentejo. Het voelt zich het meest thuis in een heet, droog en zonnig klimaat. Het ras wordt ook gebruikt voor Port.
Trincadeira kent zeer veel synoniemen, waardoor hij soms moeilijk te herkennen is.
touriga nacional
De touriga nacional is de topdruif in het Dourogebied voor Port, maar is eigenlijk belangrijk voor heel Portugal. Hij wordt beschouwd als de cabernet sauvignon van Portugal. Het is een stevige groeier die geen hoge opbrengsten geeft maar uitmunt in kwaliteit. Het ras is droogte- en hittebestendig.
zinfandel
De zinfandel is een typische Californisch druivenras voor rode wijn, maar ook voor rosé en witte wijn. Zijn herkomst is onzeker, er werd lange tijd aangenomen dat hij gelinkt zou zijn aan de Italiaanse primitivo. Ook zou hij afkomstig zijn van Kroatië of Hongarije.
De Californische wijnuniversiteit spreekt dit echter met klem tegen. Ze baseren zich op een studie van niet 90 klonen van de zinfandel. Het resultaat is dat de zinfandel en de primitivo hetzelfde genetisch materiaal bezitten, maar niet identiek zijn.
Zinfandel was, en is nog steeds, de meest aangeplante druif van Californië.
De zinfandel doet het het beste als droge rode wijn. De wijnen hebben meestal veel alcohol en een volle, fruitige geur en smaak met kruidige ondertonen.
zweigelt
Zweigelt is een blauw druivenras dat in 1922 is ontwikkeld in Oostenrijk door Fritz Zweigelt. Het is een vol, krachtig ras en geeft dieprode wijnen met een zachte kruidige smaak. Het is een kruising van de druivenrassen st. laurent en blaufränkisch.
Synoniemen: blauer zweigelt, rotburger en zweigeltrebe. In Oostenrijk is dit nu de meest aangeplante rode druif en ook in Canada is de blauer zweigelt te vinden. De druif kan goed tegen koude winters met vorst en rijpt vroeg. Bij een te grote oogst is de kans op een lage kwaliteit wijn zeer groot.